Beleid over EMF
Er zijn een aantal instanties die richtlijnen hebben opgezet omtrent blootstelling aan kunstmatige straling. Hieronder een aantal (er zijn meer instanties, maar dit zijn de meest bekende- en meest gebruikte richtlijnen):
Nederland gebruikt de richtlijnen van ICNIRP. Het gros van deze richtlijnen komen voort uit 1998.
In het document wordt gemeld dat de richtlijnen zijn gebaseerd op kortetermijn effecten.
Verder geven ze aan dat er geen lange termijn effecten zoals kankers zijn geconstateerd.
Eind 2018 blijkt echter uit de NTP studie dat er wel degelijk dit soort effecten plaatsvinden.
Uit een rapport van Klaus Buchner en Michèle Rivasi wordt ook duidelijk gemaakt dat ICNIRP niet onafhankelijk is en cherry-picking doet met studies om de standpunt van de telecom te versterken; er zijn geen schadelijke effecten, maar die zijn er wel.
Daarnaast komt het gros van de richtlijnen van ICNIRP uit 1998; in hoeverre zijn deze richtlijnen nu nog representatief? 3G was toen nog niet alomtegenwoordig, laat staan 4G waar we ook al bijna 10 jaar gebruik van maken. Verder zijn er nu miljoenen extra draadloze apparaten geïntroduceerd (er zijn nu meer dan 20 miljoen telefoons in omloop in Nederland), en zijn er tienduizenden masten geplaatst.
Actuele cijfers hier
De uitgangspunten van de richtlijnen zijn als volgt: er wordt gelet op de hoeveel verhitting die plaats vindt in weefsel. Dit heet de SAR (Specific Absorption Rate).
In Nederland wordt alleen gekeken naar de verhitting van weefsel (thermische straling), en is het algemeen bekend dat ioniserende straling foute boel is.
Er zijn genoeg studies die aangeven dat er óók effecten zijn geconstateerd bij niet-thermische straling. Bovendien is de SAR standaard totaal niet representatief voor het vaststellen van gezondheidseffecten.
T-Mobile gaf aan dat Den Haag de eerste 5G stad wordt van Nederland gaat worden. Ook KPN adverteert hiermee. Gezien de richtlijnen die wij gebruiken verouderd zijn, en het feit dat vanuit de industrie ook nooit geld is gestoken in onafhankelijk onderzoek, en duidelijk is dat er niet-thermische effecten zijn:
hoe kunnen de beleidsmakers, gemeenten en overheden nu nog vertellen dat de huidige richtlijnen toereikend zijn?